Kunstschaatsen is een discipline binnen het schaatsen, waarbij de deelnemers sierlijke figuren rijden en sprongen maken op het ijs, meestal op muziek. Dat beeld zullen de meeste mensen wel hebben van deze sport. Maar hoe werkt het nu precies? Welke onderdelen zijn er? We leggen het hier voor je uit.
Bij het kunstschaatsen, vroeger ook wel kunstrijden genoemd, zijn er meerdere disciplines. We beperken ons hier tot de onderdelen die ook op de Olympische Spelen worden beoefend.
Solorijden (m/v)
Paarrijden
IJsdansen
Jury
Voor alle onderdelen geldt, dat de sprongen en figuren (de elementen) worden beoordeeld door een jury. Deze bestaat uit negen leden, die allemaal de oefening een score geven. Van deze negen worden er zeven geloot. Daarvan worden de hoogste en de laagste waardering afgetrokken. Het gemiddelde van de vijf overgebleven scores geldt als eindscore voor de oefening. Er wordt niet bekendgemaakt welk jurylid welk puntenaantal heeft gegeven.
Niki Wories (foto TeamNL).
Solorijden
Bij het solorijden komen mannen en vrouwen individueel in actie. De wedstrijd bestaat uit twee onderdelen: de korte kür en de lange kür. De korte kür wordt het eerst verreden en mag maximaal 2 minuten en 50 seconden duren. De deelnemers moeten een aantal verplichte elementen schaatsen, die vooraf zijn vastgesteld door de Internationale Schaatsunie ISU.
Op de grote toernooien kwalificeren de beste 24 van de korte kür zich voor de lange kür. Deze duurt maximaal 4 minuten bij de vrouwen, terwijl de mannen er een halve minuut langer over mogen doen. De lange kür mogen de deelnemers zelf invullen. Er worden de moeilijkste combinaties gesprongen om zo veel mogelijk punten te behalen.
Paarrijden
De regels van het paarrijden zijn min of meer hetzelfde als die voor het solorijden. Alleen zijn er dan uiteraard twee schaatsers op het ijs, een man en een vrouw. Hun oefening moet zeven verplichte elementen bevatten. Dat zijn onder andere een lift, waarbij de man de vrouw optilt, en een geworpen sprong, waarbij de vrouw bij de afzet door de man in de lucht wordt gegooid en zonder hulp van haar partner moet landen.
Behalve op de uitvoering van de elementen letten de juryleden er hier ook op of de schaatsers synchroon bewegen. Het is afhankelijk van het toernooi hoeveel paren zich kwalificeren voor de lange kür.
Daria Danilova en Michel Tsiba (foto TeamNL).
IJsdansen
Het ijsdansen wordt ook gedaan in paren die bestaan uit een man en een vrouw. Het is gebaseerd op een klassieke dans en er wordt bij het ijsdansen niet gesprongen. Beide schaatsers mogen niet langer dan vijf seconden van elkaar gescheiden zijn. De ISU bepaalt per toernooi welke dans de korte kür vormt. Voor de vrije kür mogen de paren dit zelf bepalen. De jury let vooral op creativiteit en artisticiteit.
Ook hier verschilt het per toernooi hoeveel paren zich kwalificeren voor de lange kür.
Tot slot nog een leuk weetje: wist je dat kunstschaatsen de oudste wintersport is op de Olympische Spelen? Het werd al beoefend op de Spelen van Londen in 1908. Dat waren de Zomerspelen, omdat er toen nog geen aparte Winterspelen bestonden.