Laura van der Heijden: van kleine hallen met alleen familie op de tribune, tot de wereldtop
Laura van der Heijden: van kleine hallen met alleen familie op de tribune, tot de wereldtop
Laura van der Heijden (32) is een vaste waarde binnen het Nederlands handbalteam. Ze maakte alle successen van de laatste jaren mee en speelde onlangs haar 250ste interland.
250 interlands. Dat is een heleboel.
“Ik ben er ook trots op dat ik al zo lang deel mag uitmaken van dit team. Ik ben nog geen recordinternational, maar sta wel ergens in de top-10. Hoeveel doelpunten ik in die tijd heb gemaakt? Ik weet het niet precies maar ik denk wel over de zevenhonderd.”
Herinner je je eerste interland nog?
“Dat was in 2007. Ze noemden het een snuffelstage, om te ruiken aan het Nederlands team. Ik moest op de hoek spelen. Ik stond daar nooit bij de club, dus het was wel even wennen. De wedstrijd was tegen Japan, in Raalte. Ik was toen zeventien jaar.”
Waar stond Nederland toen als handballand?
“Vlak daarvoor waren ze vijfde geworden op het WK in Rusland. Ze waren echt aan het bouwen. Iets daarvoor was ook de Handbal Academie opgericht (waar talenten gezamenlijk trainen op Papendal en als team uitkomen in de competitie, red.). We waren bezig om het handbal in Nederland groter te maken.”
Als je terugkijkt op die 250 interlands, wat komt er dan als eerste in je op?
“Natuurlijk dat we wereldkampioen zijn geworden in 2019. Maar eigenlijk nog meer toen we onze eerste medaille wonnen. Dat was zilver, ook op een WK, in 2015 in Denemarken. Dat was zo’n prestatie waar we al jaren naartoe aan het werken waren. Dat het toen eindelijk lukte was wel heel mooi.”
Is er ook een dieptepunt?
“Dat was in 2012, toen we de Olympische Spelen in Londen niet haalden. Spanje en Kroatië hadden in de laatste wedstrijd aan een bepaald resultaat genoeg om allebei door te gaan. En dat gebeurde dus ook. Maar het was ook onze eigen schuld. Dan hadden wij maar van ze moeten winnen. Als ik er nu op terugkijk denk ik dat het nog niet onze tijd was. We moesten nog even groeien, zodat we er vier jaar later in Rio konden staan.”
Je hebt de hele opkomst van het Nederlands handbalteam meegemaakt…
“Dat vind ik heel mooi: we zijn begonnen in kleine hallen waar alleen familie kwam kijken en echte handbalfans. Uiteindelijk gingen we het steeds beter doen en kwamen we in steeds grotere hallen te spelen. En er kwam ook steeds meer bekendheid, steeds meer interviews en dingen die we buiten het handbal moesten doen. Ik vind het heel goed dat de sport zo gepromoot is en dat daardoor steeds meer kinderen het gaan spelen.”
Je bent zelf als speelster ook meegegroeid…
“Je begint als jong broekie op een positie die niet de jouwe is. Daarna ben ik naar mijn eigen plekje gegaan. Dan begin je als jong meisje en moet je nog veel leren. Dan krijg je een basisplek, word je ouder en meer ervaren. Ik hoop dat ik dat kan doorgeven aan de jongere generatie.”
Hoe zou je jezelf als speelster omschrijven?
“Ik weet heel goed wat ik kan. Dat probeer ik altijd in de wedstrijd in te zetten. Ik ben een één-tegen-één-speelster. Ik probeer daarin of zelf te gaan richting het doel of andere mensen vrij te spelen.”
Trainers zien jou als hun ideale speelster: je bent gedisciplineerd, werkt hard, komt altijd op tijd…
“Ik kom inderdaad niet graag te laat, haha. Ik ben ook wel een doorzetter. Als ik zestig minuten moet spelen, dan geef ik zestig minuten alles wat ik heb. Of ik daarmee een aanjager ben? Binnen dit team wil iedereen hard trainen dus er hoeft niet echt iemand een aanjager te zijn. Natuurlijk hoop ik dat ik met mijn inzet anderen inspireer, maar daar ben ik met de nieuwe meiden helemaal niet bang voor. Die willen allemaal hard trainen.”
Als ik zestig minuten moet spelen, dan geef ik zestig minuten alles wat ik heb
Waar andere speelsters om diverse redenen nog wel eens een groot toernooi misten, was jij er altijd bij. Wat is jouw geheim?
“Je moet geluk hebben met je lichaam. En ik probeer veel preventief te doen om mijn lichaam fit te houden, zoals een massage of hersteltraining, want ik word ook een jaartje ouder. Niet de hele dag op de bank zitten na een wedstrijd, wat vroeger wel kon, haha.”
Het bestaan van een tophandbalster vraagt veel van je. Je hebt alles meegemaakt. Heb je nooit gedacht: het is zo langzamerhand wel mooi geweest?
“Het is best zwaar voor je lichaam. Je bent elke dag minstens één keer aan het trainen. Dat gaat makkelijker als je jonger bent. Ook mentaal vraagt het wat van je. Je bent heel veel weg van huis. We spelen allemaal in het buitenland. Het heeft natuurlijk ook met elkaar te maken: psychisch en lichamelijk; dat moet wel gewoon goed gaan. Maar ik ben nog niet bezig met het einde van mijn carrière. Voor nu vind ik handbal nog steeds een heel mooi spelletje en wegen de voordelen nog steeds zwaarder dan de nadelen.”
Gerelateerde sporters
Gerelateerde teams
Gerelateerde artikelen
Toon alle artikelen-
Van jonkies naar basisspeelsters | Handbalsters Bo van Wetering en Merel Freriks
In 2019 kroonden onze handbalsters zich tot wereldkampioen. Door het wegvallen van een aantal grote speelsters uit dat gouden team,…
Lees artikel -
Specialiteit van het huis: de kunst van het keepen met Tess
Wat gaat er in het hoofd van handbalkeepster Tess Wester om als haar tegenstanders ballen met soms meer dan 100…
Lees artikel -
#WilskrachtDocu: Herbeleef het gouden WK handbal
‘Je moet eerst een finale verliezen om er één te kunnen winnen’. Nee, het is niet Johan Cruijff die deze…
Lees artikel -
Lois Abbingh en het verhaal achter de winnende worp
Onze handbalvrouwen schreven in 2019 geschiedenis door Nederland de eerste WK-titel te bezorgen. De winnende worp in de finale tegen…
Lees artikel