Maaike de Waard haalt energie uit volle race-kalender

Veel sporters namen na de Olympische Spelen in Tokio even een rustpauze. Zo niet de zwemmers. Neem Maaike de Waard. Nog geen maand na de Spelen zat de rugslagspecialist drieënhalve week in Napels voor de International Swimming League. Daarna volgden twee wereldbekerwedstrijden en dit najaar doet ze ook nog mee aan een EK en een WK korte baan.

Hoe kijk je terug op de Olympische Spelen?
“Het was echt een heel mooie ervaring. Ik heb er heel erg van genoten. Mijn doel was de halve finale op de 100 meter rugslag en dat heb ik gehaald. Daar ben ik blij mee. Helaas ging de estafette wat minder. Het was een heel groot toernooi maar ik was er goed op voorbereid. Ik heb eerder meegedaan aan EK’s en WK’s en de Jeugd Olympische Spelen. Daar zit je ook in een dorp. Dus de Olympische Spelen waren niet te groot voor mij. Ik kon wel bij mezelf blijven.”

Kon je daarna een beetje bijkomen?
“Eind augustus stonden de eerste wedstrijden van de ISL (International Swimming League, red.) alweer gepland. De ISL is een nieuwe zwemcompetitie, waarbij tien teams tegen elkaar strijden voor de winst. Ik wilde wel wat toevoegen aan het team, dus ik heb ervoor gekozen om na de Spelen door te trainen.”

Dit bericht op Instagram bekijken

Een bericht gedeeld door Maaike De Waard (@maaike_de_waard)

Hoe werkt dat precies, met die teams?
“De teams krijgen punten aan de hand van de uitslagen van de races. Je zwemt dus echt voor je team in plaats van individueel. Het is heel anders dan andere wedstrijden. De tijden maken niet zoveel uit. Je moet op een goede plaats eindigen. Ik was ingedeeld bij de Cali Condors, samen met een paar Amerikanen, Duitsers, een Mexicaan en een Pool. Je leert zwemmers van over de hele wereld kennen. Dat is echt heel mooi. Je zwemt met ze en niet tegen ze.”

Hoe lang duurde dat?
“Ik heb voor de ISL drieënhalve week in Napels gezeten. Begin oktober ging ik naar wereldbekerwedstrijden in Berlijn en Boedapest. Daarna was ik twee weken thuis in Eindhoven. In november zijn dan weer in Kazan (Rusland, red.) de Europese kampioenschappen korte baan.”

Je staat bekend als een rugslagspecialist. Waarom ligt deze slag jou zo goed?
“Er moet iets van een basis in zitten, dat je er aanleg voor hebt. Rugcrawl is vooral een been-gedreven slag. Mijn benen zijn relatief sterk, dus ik denk dat het mij daarom beter ligt.”

Daarnaast komt je ook regelmatig uit op de vlinderslag
“Mijn favoriet is de rugcrawl, maar de vlinder komt wel dicht in de buurt. Als ik moet kiezen is het de rugcrawl, maar ik hou ze liever allebei.”

Opvallend, want Nederland heeft toch vooral een traditie op de vrije slag…
“Dat doe ik in het 25-meterbad ook wel eens. Net als bij de lange baan mag je daar vijftien meter onder water zwemmen. Dan hou je nog tien meter over. Dan kom je nog redelijk weg met niet zo’n goede borstcrawl. Ja, je kan wel zeggen dat ik een goede onderwaterfase heb. Dat komt door die sterke benen. Daarmee moet je een natuurlijke beweging maken. Als van een zeemeermin, zeg ik altijd.”

Als we het in Nederland over de rugslag hebben, denken de meeste mensen meteen aan Kira Toussaint. Vind je dat jij in haar schaduw staat?
“Nee, ik vind het alleen maar mooi dat we twee rugslagzwemmers naar de Olympische Spelen hebben gekregen. We hebben laten zien dat we in Nederland ook in andere slagen goed zijn, niet alleen de vrije slag. Verder doe ik vooral lekker mijn eigen ding. Kira traint in Amsterdam, ik in Eindhoven, dus we zien elkaar alleen op wedstrijden. Maar ze zwemt heel hard dus ze is wel een voorbeeld.”

Het EK is het eerste zwemtoernooi sinds lange tijd waar TeamNL aantreedt zonder Ranomi Kromowidjojo en Femke Heemskerk. De laatste heeft haar afscheid aangekondigd en ‘Kromo’ denkt nog na over haar toekomst. Kunnen we spreken van een wisseling van de wacht?
“Ik denk dat het heel goed is dat de mensen zien dat er een nieuwe lichting aankomt. Met de olympische ploeg hebben we laten zien dat Nederland meer goede zwemmers heeft. Maar als Femke en Ranomi er niet bij zijn zal dat natuurlijk wennen zijn. Ze zijn onderdeel van het team. Ik heb het laatste jaar veel met Femke opgetrokken. Tijdens het EK in mei en de Spelen lag ik bij haar op de kamer. Natuurlijk hebben we het dan over zwemmen, maar ook over de stomste dingen in het leven. Over alles eigenlijk.”

Na de EK is in november de halve finale van de ISL in Eindhoven en begin januari eventueel nog de finale. In december zijn bovendien nog de WK op de korte baan in Abu Dhabi. Wordt het niet te veel allemaal? 
"Het is erg veel, dat moet ik wel toegeven. Het nieuwe schooljaar is ook gestart toen ik in Napels zat, dus dat was ook even schakelen en plannen. Ik heb veel geluk dat mijn school en klasgenoten flexibel zijn, daardoor kan ik deze combinatie wel maken."

Hoe voorkom je dat je overbelast raakt?
"Het voordeel is dat ik het allemaal heel erg leuk vind en er dus ook energie uit haal. Racen is het allerleukste wat er is, daar doe je het uiteindelijk voor. En dat kan ik in deze periode nu juist heel veel doen. Door alles goed te plannen, rust te nemen wanneer ik dat kan en goed voor mezelf te blijven zorgen, blijf ik fit."

En daarna?
“Daarna heb ik wel even vakantie ingepland. Want het is een aardig lange en drukke periode geweest.”