Esmee Visser wil wereldrecord aanvallen
Esmee Visser wil wereldrecord aanvallen
Ze is nog jong in professionele trainingsjaren, tegelijkertijd is Esmee Visser de regerend olympisch kampioene 5000 meter. Soms loopt ze tegen haar eigen karaktertrekken op. "Ik moet me nu wel inhouden.”
Esmee Visser (23) lacht zacht en zegt: ,,Als ik eenmaal bezig ben, dan… mijn hoofd is zo stram. Ja, dan…” Weer een lachje, waarna beide zinnen onafgemaakt blijven. De olympisch schaatskampioene op de 5000 meter beschikt over twee sterke karaktereigenschappen: ze is ongeduldig en ze is een perfectionist. Dat eerste maakte dat ze vorige week op de fiets zat en niet meer dacht over de opdracht die ze kreeg: rustig fietsen. Met een persoonlijk record op de wattagemeter kwam ze terug. Een dag voor een wedstrijd.
"Ik kan mezelf moeilijk inhouden. Dan ga ik toch volle polle, kijken of de benen goed zijn. Het is voor mij een hele uitdaging om rustig aan te doen.” Vervolgens komt Visser terug bij trainer Peter Kolder, levert haar fietsgegevens in, Visser: "En dan zeggen ze: ja, dat is handig voor morgen.” Klein stemmetje: "Ja, maar het ging zo lekker.”
Rustiger blijven is een van de details waar ze nog veel op kan winnen, weet de schaatsster. "Maar tegelijkertijd denk ik: de tijd die ik na die fietstraining reed (4,03 op de 3000 meter in Inzell, red.), was niet slecht. Ja, misschien had het wel harder gekund. En ja, dat is wel vervelend, maar het is een trainingswedstrijdje. Maar ja, bij een World Cup-kwalificatie wil je dat liever niet, dat je denkt: ik had harder gekund. Dus ik moet me nu wel inhouden.”
Dat laatste geldt voor de komende week. Over ruim een week start haar winterseizoen officieel, met de wereldbekerkwalificatie in Thialf. Ze is gretig, ze boekte vooruitgang, zo zag ze in metingen en ondanks een kwetsuur aan haar voet – een wondje raakte ontstoken waardoor ze noodgedwongen twee weken aan trainingen miste – gaat het goed, zegt Visser. ,,Ik wil heel graag veel harder en ik heb het idee dat dit wel kan. Daar ben ik heel benieuwd naar.”
Tot een jaar geleden had Visser twee prioriteiten: studie en schaatsen. Dat was in evenwicht, nu overheerst haar sport. Soms is dat lastig voor Visser, die altijd meer van zichzelf verwacht. "Maar ik leerde bij dit team andere beslissingen nemen. Vroeger deed ik nooit aan middagdutjes, dat vond ik maar suf. Ik kon mijn tijd wel beter besteden. Nu weet ik: ja, oké, dit is nodig om mijn lichaam zo goed mogelijk te prepareren. Met alles denk ik nu na: is dit verstandig.”
Ze is egoïstischer geworden, vindt ze. ,,Ik zie mijn ouders minder dan eerst. Voorheen wilde ik elk weekeinde naar huis. Nu denk ik eerder: het is beter dat ik mijn rust pak thuis, dus ik blijf gewoon in Heerenveen. Dan komen ze naar mij toe.” Dat ‘egoïsme’, zoals ze het zelf noemt, zit haar soms in de weg. ,,Daar heb ik het ook veel met mensen over. Van: Ik vind het eigenlijk vervelend dat ik dat doe. Maar dan zeggen die mensen ook: ja, maar dat hoort erbij en is prima. Oké, denk ik dan: dat is prima. Bovendien begrijpen mijn ouders het ook.”
Het besef dat de wereldrecordkansen groot zijn met de WK afstanden op de hooglandbaan van Salt Lake City in het verschiet in februari, is er bij Visser. Tijdens de afsluiting van het afgelopen schaatsseizoen schaatste ze een Nederlands record op de 3000 meter met 3.54,02, terwijl haar beste afstand de 5000 meter, tijdens die wereldbekerfinale niet op het wedstrijdprogramma stond.
"Door vorig jaar en hoe dichtbij je dan zit, plus het besef dat ik weet dat ik stappen heb gemaakt afgelopen zomer, maakt wel dat ik weet dat het harder kan op het ijs. Ik denk dat ik dicht bij de tijd van het wereldrecord kan komen en dat zou ik graag proberen aan te vallen. Al weet ik niet wat de concurrentie doet, of Martina Sablikova ook stappen maakt.”