Cheer!
De estafettevrouwen hebben donderdagavond brons veroverd op de 4x200 meter vrij bij de EK zwemmen in Londen.
Het Nederlandse viertal lag bijna de hele wedstrijd op achterstand, maar Femke Heemskerk stelde met een sterke eindspurt de derde plek veilig: 7.58,49.
De equipe bestond verder uit Andrea Kneppers, Esmee Vermeulen en Robin Neumann. Heemskerk veroverde maandag met Ranomi Kromowidjojo, Maud van der Meer en Marrit Steenbergen het goud op de 4x100 vrij.
Hongarije tikte als snelste aan (7.51,63) op de 4x200 meter, gevolgd door Spanje (7.53,38).
Na vijf dagen staat de teller van Oranje bij de EK zwemmen op vijf medailles, waarvan twee bij de estafette.
Individueel pakte Sebastiaan Verschuren goud op de 100 vrij, Ranomi Kromowidjojo en Heemskerk respectievelijk zilver en brons op hetzelfde nummer bij de vrouwen.
Verschuren
Verschuren plaatste zich voor de finale van de 100 meter vrije slag, maar bleef boven de olympische limiet. De 27-jarige Amsterdammer was met zijn 48,65 in de halve finales iets langzamer dan in de series, toen hij 48,61 klokte.
Verschuren moet 48,47 of sneller zwemmen om in Rio de Janeiro te mogen uitkomen op het koningsnummer. Hij krijgt vrijdagavond in de EK-finale een nieuwe kans.
De Italiaan Luca Dotto was de snelste man in de halve finales (48,36). Verschuren moet het in de eindstrijd ook opnemen tegen onder anderen Velimir Stjepanovic, de Serviër die hij nipt versloeg op de 200 vrij, en de Belg Pieter Timmers
Van Rouwendaal
Sharon van Rouwendaal moest in de finale van de 800 meter vrije slag genoegen nemen met de laatste plaats.
De 22-jarige Nederlandse ging in baan één goed van start en lag een tijdje aan kop, maar zakte daarna steeds verder terug. Van Rouwendaal tikte als achtste en laatste aan in 8.35,76.
De Europese titel ging naar de Hongaarse Boglárka Kapás, die zegevierde in 8.21,40. De favoriet Jazmin Carlin veroverde zilver (8.23,52), de Sloveense Tjasa Oder pakte de bronzen medaille (8.25,68).
Wendy van der Zanden eindigde als zevende in de finale van de 200 meter wisselslag. Ze klokte 2.13,31, ruim een seconde boven de olympische limiet. Het goud ging naar de Hongaarse alleskunner Katinka Hosszú: 2.07,30.