Sinkeldam werd in januari met vijf ploeggenoten op een trainingskamp in Spanje aangereden en brak daarbij zijn schouderblad. Vandaag liet hij zich veelvuldig zien, maar de echte sprong naar voren kon hij niet maken.

"Sinds ik in januari op de grond lag, was ik hier al mee bezig. Dat ik goed kon zijn in Parijs-Roubaix. Je hoeft hier fysiek niet de sterkste te zijn om vooraan te rijden."

Wat als hij nooit was aangereden? "Dan hoop ik dat ik net dat stukje beter ben dat ik wel dat gat kan dichtrijden. Ik ben ook nog niet helemaal de oude. Ik heb nog een beetje angst in het peloton."

Van Baarle

Een plaats achter Sinkeldam finishte Dylan van Baarle, die vorig jaar nog laatste werd. "Ik reed eigenlijk de hele dag achter de feiten aan. Ik zat steeds net op het verkeerde moment achter een valpartij."

Toch bleef Van Baarle zich terugknokken. En hij is pas 23 jaar. "Ik hoop dat ik volgend jaar in de echte finale zit. Ik weet zelf ook nog niet zo goed wat er nog meer in mijn lichaam zit. Maar ik ga zo door."

Niki Terpstra en Lars Boom waren vooraf kanshebbers op de winst in Parijs-Roubaix, maar beide haalden de finish niet.

Terpstra kwam samen met Cancellara ten val en werd met nog onbekend letsel naar het ziekenhuis gebracht. Boom voelde zich niet lekker en stapte na 186 kilometer af.

"Ik voelde dit al een paar dagen aankomen en vannacht zette het door", zei Boom na afloop.