Functionele cookies: Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren en analytische cookies waarmee wij het gebruik van de website kunnen meten. Deze cookies gebruiken geen persoonsgegevens.


Ik wil gepersonaliseerde informatie: Hiermee ontvang je gepersonaliseerde informatie op onze website die wordt afgestemd op je internetgedrag. Ook kunnen we nieuwsbrieven beter afstemmen op jouw voorkeuren.


Eén momentje voor een bewuste keuze…

Ga voor meer informatie naar onze cookieverklaring en privacyverklaring.

Globetrotter Rana Reider voelt zich thuis op Papendal

Globetrotter Rana Reider voelt zich thuis op Papendal

Coaching RoadToRio

Cheer!

ARNHEM - Tuimelkruid. Het is dat typische, over dorre vlaktes rollende struikgewas waarmee hij zichzelf en zijn atleten vergelijkt. Het is zelfs hun bijnaam geworden. The Tumbleweeds. Omdat Rana Reider zich daar laat brengen waar de wind hem brengt. Het betekent dat hij ooit Papendal weer zal verlaten, maar voorlopig niet. Sterker, de Amerikaan blijft ook na de Olympische Spelen van Rio de Janeiro dolgraag in Arnhem werken. “Ik blijf hier zo lang als mogelijk blijkt.”

Deel dit artikel op social media

Hij zag al menig trainingslocatie, werkte in de zon van Florida, in post-Olympisch Engeland. Maar geen complex kan in zijn opinie de vergelijking met Papendal doorstaan. Nergens voelde hij zich meer op zijn plek dan tussen het Gelderse groen. “We zijn hier gelukkig.” Hij geeft het iedereen maar even mee. En zegt het niet om te slijmen. “Nee, dat hoef je van mij niet te verwachten. Ik zeg echt niet dat het overal great is, als ik er ben. Papendal is een toplocatie, dat mogen Nederlanders zelf ook gaan geloven.” Wat hem betreft zijn er objectievere methodes om zijn woorden te staven. “Mijn atleten winnen medailles en noteren pr’s sinds ze op Papendal trainen.” Neem Christian Taylor, de Olympisch kampioen hink-stap-springen. Hij werd in 2015 wereldkampioen met een Amerikaanse recordafstand.

Dichter bij huis is er een ander lichtend voorbeeld: Dafne Schippers. Natuurlijk. Sinds Schippers en haar coach Bart Bennema in april 2014 een bezoekje aan Reider brachten in Daytona Beach, bleef het contact. En toen NOC*NSF-prestatiemanager Charles van Commenée, met wie Reider kortstondig samenwerkte voor de Britse bond, merkte dat Reider er eind 2014 wel oren naar had om vanuit Engeland naar Nederland te verkassen, was de deal snel beklonken. NOC*NSF en de Atletiekunie waren het erover eens: Reider zou de man zijn die Schippers kon helpen met de details die van haar een wereldtopper zouden maken.

Louis van Gaal
De komst van een topcoach als Reider, tweevoudig Amerikaans coach van het jaar, naar Nederland, dat kleine atletiekland, was tot dan toe eigenlijk voor onmogelijk gehouden. “Het was wel zoiets als Louis van Gaal die naar Swaziland gaat”, zei Van Commenée in NLCoach.

Het spreekt vanzelf dat niemand spijt heeft van de transfer. Schippers noteert record op record, titel na titel. Met Reider werkt ze aan kleine dingetjes die een wereld van verschil maken. “Overal waar Bart en Dafne mijn hulp kunnen gebruiken, geef ik die. Ik geef zo veel input als mogelijk.” Gevraagd en ongevraagd. Dat werkt uitstekend. Geen van beiden voelt zich bedreigd. “Het is als coach je taak de sporter beter te maken, maar ook om de organisatie te versterken.”

Met name de start van Schippers kreeg veel aandacht. “En daar zijn we – bij wijze van spreken – nog dagelijks mee bezig. Je zoekt naar de meest effectieve manier van starten, waar iedereen zich comfortabel bij voelt.”

Vastberaden
Hij zou zich kunnen verliezen in hele verhandelingen over de kleinste details, over het verschuiven van haar handen bij de start, de paslengte, haar eerste én laatste meters. “Elke honderdste, elke duizendste zelfs, telt op de sprint.” Maar volgens Reider hoort Schippers vooral ook bij de top omdat ze “zo uitzonderlijk graag wil winnen. Ze hoort wat mij betreft bij die top 1-procent van de sporters die écht vastberaden zijn om het maximale te bereiken. Op de trainingen sta zelfs ik soms versteld. She is tough, so tough.’’

Trainingssessies met Reider gaan soms ver. “Zeker de woensdagen, onze speed-endurance-days, trainen ze hier geregeld their brains out.” Inmiddels heeft Reider ook tal van andere Nederlandse atleten onder zijn hoede. Sharona Bakker, Churandy Martina, Ignisious Gaisah; ze zijn allemaal gretig aangesloten.

En als gezegd: na de Spelen hoeft het wat Reider betreft nog niet voorbij te zijn. “Ik zou zo lang als mogelijk op Papendal willen blijven. We zijn hier met z’n allen enorm gelukkig. Als ik nu mocht kiezen tussen de VS, Engeland of hier, dan zou ik zonder meer voor Arnhem kiezen. Geen twijfel mogelijk.” Dat voor Dafne Schippers Rio bepaald nog geen eindstation is, speelt voor Reider daarin mee.

Natuurlijk proces
Hoewel hij een Amerikaan is, mag je van Reider niet verwachten dat hij zegt dat Schippers in Rio wel even twee gouden medailles zal winnen. “Dat weet je nooit. Maar het is wel het doel.” Daar wordt dagelijks voor gewerkt, op Papendal. Reider somt de voordelen van het complex op, loopt de faciliteiten langs. “Nergens in de wereld zit iedereen zo dicht op elkaar als hier. Atleten, coaches, fysio’s, Charles, Ad Roskam van de Atletiekunie, de faciliteiten, krachthonk, baan en trainingshal. Ik heb het idee dat iedereen snapt hoe het kan werken, iedereen doet daar ook echt zijn uiterste best voor. Ik geloof ook echt dat je een deel van onze medailles eraan toe mag schrijven.”

Dat het niet langer om een enkeling gaat die presteert, maar dat over de hele linie progressie wordt geboekt, speelt volgens Reider een sleutelrol. “Als anderen om je heen succesvol zijn, wil jij dat ook. Dat is een heel natuurlijk proces. Dan wil je ook in de trainingen niet voor de anderen onderdoen.”

Bron: Lopend Vuur
Foto: Rana Reider met sprinter Hensley Paulina.

Deel dit artikel op social media

Je vraag wordt verwerkt. Een momentje geduld..

Moedig Dafne, Hensley, Churandy, Sharona en Ignisious aan!