Cheer!
HERNING - De Nederlandse handbalsters hebben zondag hun historische WK niet kunnen bekronen met de wereldtitel. Noorwegen was in de eindstrijd in Herning duidelijk te sterk voor Oranje: 31-23.
Nederland begon niet goed aan de finale en stond na de eerste helft elf doelpunten achter. Na rust kwam de verrassing van het toernooi nog knap terug, maar de nadelige marge werd niet kleiner dan vijf.
De ploeg van Henk Groener had tot de finale nog niet verloren in acht wedstrijden, maar ze troffen met Noorwegen de sterkste ploeg tot nu toe.
De Scandinavische vrouwen werden olympisch kampioen in 2008 en 2012, wereldkampioen in 1999 en 2011 en zijn bovendien de regerend Europees kampioen. De Nederlandse vrouwen stonden juist voor het eerst in de WK-finale. De beste prestatie was de vijfde plaats in 2005.
Pijn
Oranje leek last te hebben van zenuwen en na twaalf minuten stond de ploeg van Groener mede door een tijdstraf van twee minuten voor Kelly Dulfer met 9-4 achter. De Nederlandse bondscoach moest vervolgens in een time-out vluchten.
De Nederlandse vrouwen moesten nog een tegenvaller incasseren in de openingsfase, want topscorer Estevana Polman kwam bij een val verkeerd terecht op haar hand en had zichtbaar veel pijn. Ze keerde na een behandeling van een paar minuten wel terug in het veld.
Oranje had met en zonder Polman veel moeite om door de hechte defensie van de Noorse vrouwen te komen en ook de snelle breaks kwamen minder uit de verf dan in de rest van het toernooi.
Aan de andere kant had keepster Tess Wester, dit WK vaak uitblinker bij Oranje, meestal geen antwoord op de Noorse aanvallen, waarna Groener bij een achterstand van 12-6 Marieke van der Wal een kans gaf in het doel.
Ook de reservekeepster kon de olympisch kampioen niet afstoppen, terwijl de Noorse doelvrouw Kari Grimsboe heel veel tegenhield. Oranje ging zo met een 20-9 achterstand rusten.