Aan het olympisch turntoernooi in Parijs doen 192 sporters mee, 96 turners en 96 turnsters. De mannelijke deelnemers moeten 18 jaar zijn (geboren zijn voor 1 januari 2007), vrouwelijke deelnemers moeten 16 jaar zijn, dat wil zeggen het levenslicht gezien hebben voor 1 januari 2009.

Voor beide seksen gelden verder dezelfde regels. Dus waar in deze tekst gesproken wordt van 'turners', is sprake van zowel mannen als vrouwen.

Zo mag om te beginnen elk land maximaal één team van vijf turners afvaardigen. Landen die zich niet als team hebben gekwalificeerd, mogen met maximaal drie individuele deelnemers meedoen. Deze zijn of op naam gekwalificeerd of aan een land toegewezen (zie hieronder punt 3). Deze individuele gymnasten mogen op de Spelen niet gezamenlijk als team uitkomen. Als gastland krijgt Frankrijk in ieder geval één individuele plek. Ook wordt door het IOC nog een ticket uitgedeeld.

Tot zover het simpele gedeelte.

Landenteams
De toewijzing van deelnamebewijzen gebeurt in eerste instantie aan landenteams. Deze mogen bestaan uit drie tot vijf sporters.

1. Het eerste kwalificatiemoment was vorig jaar, tijdens de WK in Liverpool. De drie beste landen in de teamfinale kregen vijf deelnamebewijzen. Bij de mannen waren dat China, Japan en Groot-Brittannië, bij de vrouwen gingen de tickets naar de VS, Groot-Brittannië en Canada.

2. Het tweede kwalificatiemoment zijn de komende WK in Antwerpen. Daar liggen negen team-deelnamebewijzen klaar, zowel bij de heren als bij de dames. Die gaan naar de hoogst geëindigde landen in de kwalificatie, met uitzondering van de landen die zich vorig jaar al hebben verzekerd van deelname.

Het is aan de landelijke bonden om te bepalen welke individuele turners worden geselecteerd. Als alle geplaatste landen van alle deelnamebewijzen gebruikmaken, dan zijn er nu (3 + 9) x 5 = 60 tickets vergeven. Blijven er nog 34 over. Die gaan naar individuele deelnemers.

Individuele turners
3. De drie eerstvolgende - hoogst geëindigde landen van de ranking in de teamkwalificatie op het WK in Antwerpen die zich nog niet hebben weten te kwalificeren (land 13, 14 en 15), krijgen één individueel startbewijs voor de Olympische Spelen. Het is aan het land zelf om te bepalen welke sporter hiervan gebruik mag maken.

4. Turners kunnen zich ook op naam kwalificeren. Op basis van de allround-kwalificaties tijdens het WK in Antwerpen zijn er acht deelnamebewijzen gereserveerd voor mannen en veertien voor vrouwen. Hierbij geldt een maximum van één per land (m en v). Turners van een land dat zich al als team heeft geplaatst, kunnen niet van deze regel gebruikmaken.

5. Per toestel wordt er één deelnamebewijs gereserveerd. Deze gaat naar degene die het hoogst is geëindigd in de betreffende toestelfinale op de WK in Antwerpen, onder de voorwaarde dat deze sporter zich nog niet via het team (als land) of als allrounder heeft gekwalificeerd. Bij de mannen gaat het om zes toestellen, bij de vrouwen om vier. In Parijs mogen deze turners overigens ook op andere toestellen uitkomen.

6. Voor de gymnasten die zich niet op de WK in Antwerpen hebben weten te kwalificeren, is er nog een route via de vier wereldbekerwedstrijden in het voorjaar van 2024 (Cairo, Cottbus, Doha en Bakoe). Per toestel ligt er een ticket klaar voor de twee hoogst genoteerde turners op de Olympic Qualification World Cup Ranking List. Sporters die zich al eerder hebben geplaatst zijn hiervan uitgezonderd. Datzelfde geldt voor sporters uit landen die zich niet als team hebben gekwalificeerd, maar die al wel drie individuele deelnemers hebben.

Bij de totstandkoming van de World Cup-ranking worden de drie beste resultaten van de vier World Cups meegenomen.

7. Voor beide seksen zijn er vijf deelnamebewijzen te vergeven tijdens de continentale kampioenschappen in 2024. In ons geval is dit het EK in Rimini (april/mei 2024). Deze deelnamebewijzen worden verstrekt aan de beste allrounder van elk werelddeel, mits zijn of haar land nog geen teamkwalificatie heeft behaald, deze turner zich nog niet op een eerder moment heeft geplaatst en zijn of haar land nog niet het maximale aantal van drie individuele deelnemers (per discipline) heeft bereikt.

8. Als een Franse turner zich via één van de voorgaande manieren weet te kwalificeren, dan gaat het ticket dat op voorhand voor het gastland was gereserveerd, naar degene die het hoogst was geëindigd tijdens de allround-kwalificaties van de WK in Antwerpen. Dit onder de voorwaarde dat deze sporter zich nog niet op een andere manier had weten te plaatsen en met een maximum van één sporter per land.

9. Het IOC heeft per sekse nog één ticket over. Een speciale commissie bepaalt aan het eind van de kwalificatieperiode wie hiervan gebruik mag maken. Alle landen kunnen hier een beroep op doen. Uiterlijk 15 januari 2024 moeten zij hiervoor iemand voordragen.

Ten slotte: een sporter moet in alle gevallen bij zijn of haar NOC voor uitzending worden voordragen. Die beoordeelt of de voordracht wordt goedgekeurd.

Kijk voor meer details op de website van NOC*NSF.

(Wijzigingen voorbehouden)