Chef's special: Het creëren van flow is een magisch en machtig gevoel

Onze chefs werken toe naar de Olympische Spelen, de Paralympische Spelen en het Europees Jeugd Olympisch Festival. Wat beleven zij op weg naar deze evenementen? Wat raakt, verrast en inspireert hen? In 'Chef's Special' geven zij om de beurt antwoorden op deze vragen. Dit keer spreken we Pieter van den Hoogenband, komende zomer de chef de mission voor olympisch TeamNL in Tokio.

Het aftellen kan nu echt beginnen, want over 100 dagen beginnen eindelijk de Olympische Spelen in Tokio.

"Klopt! 100 is voor mij een magisch getal. We willen allemaal 100 jaar oud worden en de 100 meter is in veel sporten het koningsnummer. Als je die afstand wint, wordt je beschouwd als de snelste op de planeet. Toen ik in Sydney de 100 meter vrije slag had gewonnen, werd ik gekoppeld aan Maurice Greene die het koningsnummer van de atletiek had gewonnen. 'The fastest man on land meets the fastest man in the water', was de ondertitel van die ontmoeting. Dat vond ik mooi.’’

Betekent het dat er een andere fase aanbreekt voor de sporters?

"Zeker. Het betekent ook dat er door de sporters al gruwelijk veel werk is verricht en dat het nu aankomt op focus houden en in de juiste flow terecht komen. Je niet laten afleiden. Je moet de bananenschil herkennen en er absoluut niet over uitglijden. Nu ga je niet meer aan een nieuw traject beginnen. Je weet wat je programma is en met welke mensen je dat gaat doen. Je moet je kop niet op hol laten brengen door zaken van buitenaf. Dat is zonde van de energie."

"Zelf vond ik deze fase puur genieten. Hier heb je als sportman jaren in geïnvesteerd. En dat het piekmoment nadert en je trainingen daarop worden afgestemd, dat vond ik heerlijk. De periode van afzien richting een doel dat heel ver weg is, is nu voorbij. Lekker met wedstrijden bezig zijn is het mooiste wat er is. Ik vond de rust die werd gecreëerd ook altijd heel fijn.’’

Rust creëren is nu vanwege corona en de onduidelijkheden die dat met zich meebrengt misschien wel moeilijker dan ooit.

‘’Aan de ene kant wel, aan de andere kant gaat het deze Spelen meer dan ooit om de sport. Een heleboel gaat anders zijn deze Spelen, maar de sporttechnische zaken staan als een huis. En onze ploeg bestaat echt uit liefhebbers. Neem nou een Mathieu van der Poel, die continu laat doorschemeren hoe belangrijk Tokio op de mountainbike voor hem is. Of Estavana Polman, die na een blessure keihard heeft gewerkt om voor de Spelen weer aan te sluiten bij de handbalsters."

"Zo zijn er tal van voorbeelden van TeamNL-sporters die helemaal met die Spelen bezig zijn. En dat vind ik prachtig. Een mooie huldiging en een leuk feestje zijn waardevolle bijzaken. Maar een krachtmeting tegen de besten van de wereld, daar draait het uiteindelijk om tijdens de Spelen. Randzaken vallen nu weg en dus heb je meer ruimte om in de flow te komen.’’

Gaat ‘in de flow komen’ sporters helpen presteren?

‘’Het creëren van flow is een magisch en machtig gevoel. Ik heb het daar weleens met mijn vakbroeders over gehad. Ik ben uit de tijd van de volleyballers die in 1996 goud wonnen. De aanvoerder van toen, Peter Blangé, vertelde me dat die ploeg zo gefocust was op het winnen van goud, dat ze een teamflow creëerde. Alles leek in slow motion te gaan naar dat ene doel. Dat heb ik zelf ook mogen ervaren. En hoe Peter dat omschreef was voor mij een feest der herkenning."

‘’Later heb ik het er ook eens met judoka Mark Huizinga over gehad. Hij won goud in Sydney op dezelfde dag dat ik de 100 meter vrije slag won. En ook voor hem was het een soort slow motion puzzel die hij met zijn tegenstanders oplossen. Op het moment dat je in die flow bezig bent, dan doen coronamaatregelen of wie er op de tribune zit er niet meer toe. Je bent in zo’n opperste concentratie, dat je weinig zicht hebt op wat er om je heen gebeurt. In zo’n flow komen, dat wens ik onze sporters ook toe.’’