Wouter Gösgens En Lisenka Bomas WK 2025 Bron NCB

Lisenka Bomas en Wouter Gösgens: “In Canada word je als curler herkend”

24 april 2025
Richard Schoonderwoert

Nog nooit was Nederland op de Olympische Spelen vertegenwoordigd bij het curling. Maar dat kan volgend jaar in Cortina zo maar anders zijn. Lisenka Bomas en Wouter Gösgens proberen zich als gemengd team te plaatsen.

Volgens een theorie ligt de oorsprong van het curling in Nederland. Op olieverfschilderijen van Pieter Bruegel de Oude uit 1565 zijn boeren te zien die een vorm van deze sport spelen. Maar als je vraagt waar de sport tegenwoordig groot is, dan kom je zonder meer uit bij Canada. Lisenka Bomas (21) en Wouter Gösgens (26) verblijven al enkele weken in het Noord-Amerikaanse land. Ze bereiden zich voor op het WK voor gemengde teams, dat eind april/begin mei in Fredericton wordt gehouden.

Je zou Canada het Mekka van het curling kunnen noemen. “Ja, dat klopt wel”, beaamt Wouter. “De laatste paar jaren wordt het in Europa ook steeds groter. Landen als Schotland, Zweden en Zwitserland zijn ook supergoed. Maar in Canada doen meer dan een miljoen mensen aan curling. Wedstrijden worden uitgezonden op tv. Hier zijn ook de beste ijscondities en tegenstanders om tegen te spelen.”

Lisenka: “We waren dit weekend bij een ijshockeywedstrijd en Wouter werd op de tribune herkend. Hij heeft WK’s gespeeld en dat wordt op tv uitgezonden. En dan herkennen mensen je.”

2024 04 WMDCC2024 0774 Wouter Gösgens World Curling Céline Stucki
Wouter Gösgens (foto: World Curling/Céline Stucki).

IJshockey-hal

In ons land kent het curling zo’n 150 beoefenaars. Er is één officiële baan, die is in Zoetermeer. Het is dan ook niet de eerste sport waar je in Nederland als kind aan denkt. Lisenka en Wouter zijn beiden via hun vader met curling in aanraking gekomen. Lisenka, afkomstig uit het Friese Stiens, vertelt: “Mijn vader nam ons tijdens vakanties vaak mee naar Thialf in Heerenveen en naar de Elfstedenhal in Leeuwarden, waar hij wedstrijden speelde. En toen we een jaar of twaalf waren, zijn mijn zusje Anandi en ik gezamenlijk begonnen met curlen. Dat was in een ijshockey-hal. Want vanuit Stiens naar Zoetermeer is het tweeënhalf uur rijden.”

Ook Wouter is via zijn vader bij deze sport terechtgekomen. Hij komt uit Zoetermeer. “Dus voor mij is het vijf minuten fietsen”, lacht hij. “Mijn vader deed aan curling en ik was een keer meegegaan naar een open dag, om te kijken of het of ik het wat vond. Zo ben ik erin gerold. Mijn vader is inmiddels gestopt. En ja, ik ben gebleven.”

Stenen gooien

Wouter en Lisenka komen behalve in de mixed doubles ook uit voor het nationale heren- respectievelijk vrouwenteam. Daar spelen ze in teams van vier personen. Het gemengd dubbel is met tweetallen. Lisenka legt uit welke verschillen er nog meer zijn: “In de mixed doubles gooien we maar vijf stenen als team in plaats van acht. De eerste speler gooit de eerste en de laatste steen en de ander gooit de middelste drie. En de wedstrijden zijn meestal iets korter. Bij de dames en heren speel je normaal gesproken tien ends - tien rondes. En bij mixed doubles zijn dat er acht. Je gooit dus ook minder stenen.”

2023 12 WJBCC2023 X113122 Dames Marit Linde Anandi Lisenka Door WCF Hellen Koskinen
Lisenka (rechts) met het vrouwen curlingteam (foto: World Curling/Hellen Koskinen).

Ondanks dat curling in ons land een kleine sport is, lukt het om aan te klampen bij de wereldtop. “We trainen er hard voor en we staan nu op het WK. Dus we horen wel bij de top 20 van de wereld”, aldus Wouter. “We kunnen ons meten met de andere landen, alleen het vergt wel meer inzet. Je bent veel meer aan het reizen. Je kan niet thuisblijven en alleen maar trainen, want thuis kan je geen wedstrijden spelen omdat het niveau gewoon niet goed genoeg is.”

Hij schat dat hij om het weekend wel in het buitenland zit om wedstrijden te spelen. Dat is dan vooral met het mannenteam, dat bij de beste tien van Europa hoort. Lisenka is met het vrouwenteam wat minder vaak over de grens te vinden.

“We zijn een superjong team. Ik ben met 21 jaar de één na oudste van de groep. We zijn vorig jaar gepromoveerd van de C- naar de B-divisie en hebben de halve finale gehaald op het EK. Dus we zijn de ladder aan het beklimmen. Wij trainen meer in Nederland omdat het grotendeels uit onze eigen portemonnee betaald moet worden.”

Winterspelen Milaan Cortina

Zowel het mannenteam als het mixed doubles-team kan zich nog kwalificeren voor de Olympische Winterspelen van volgend jaar in Milaan en Cortina. Daarvoor gelden de resultaten die behaald zijn op de WK’s in 2024 en 2025. Er mogen per onderdeel tien landen meedoen. Italië is daar altijd één van. De beste overige zeven landen op de twee WK’s gaan rechtstreeks naar de Spelen. Voor de laatste twee plekken wordt in december een olympisch kwalificatietoernooi (OKT) georganiseerd.

Als gemengd dubbel maken ze nog kans op directe kwalificatie voor de Olympische Spelen. “Maar het wordt wel lastig”, weet Wouter. “We zijn vorig jaar dertiende geworden, dus als we bij de top-7 willen komen moeten we nu waarschijnlijk een medaille halen. Maar er is een kans. En anders via het OKT.”

En mochten Wouter en Lisenka zich kwalificeren, dan is dat een quotumplaats voor ons land. In theorie zou de bondscoach nog een ander duo kunnen aanwijzen. Wouter: “Een land moet het beste team sturen. Dat is hoe het werkt. Dat is topsport.”

Lisenka: “Als je voor Nederland een WK-medaille pakt - en dat is nog nooit gebeurd - dan zou je wel zeggen dat wij het beste team zijn. Maar we hebben het nog niet gehad over wat er gebeurt als we ons plaatsen. Dus focussen we ons eerst op het WK en dan daarna gaan we de rest wel zien.”

Bewegingstechnologie

Na het WK blijft Lisenka nog een half jaar in Canada. Op de universiteit van Calgary gaat ze een semester stage doen voor haar studie bewegingstechnologie. “Ik doe een stage in het human performance lab, naar de stijfheid van verschillende sportondergronden en de invloed daarvan op vermoeidheid.”

Wouter is twee jaar geleden afgestudeerd als bewegingswetenschapper. “Ik heb een master Human Movement Sciences”, nuanceert hij. Net als Lisenka combineerde hij zijn studie met het curlen. Indirect kan hij de opgedane kennis toepassen bij zijn sport. “Je hebt natuurlijk vakken als sportpsychologie en inspanningsfysiologie. Dus je hebt wel wat kennis van periodisering en trainingsschema’s en zulke dingen. Dat kan ik gebruiken tijdens het sporten."

"Als ik ooit stop met curlen wil ik data-analyse en technologie gebruiken om de sport te verbeteren. Dat is uiteindelijk een droombaan voor mij. In het curling zou leuk zijn, omdat dat mijn passie is. Maar als dat niet mogelijk is, dan vind ik het ook leuk om het bij voetbal, schaatsen, wielrennen of waar dan ook te doen.”

Gerelateerde teams