Schaatser Jenning de Boo: “Ik hou heel erg van ziekenhuizen”
Schaatser Jenning de Boo: “Ik hou heel erg van ziekenhuizen”
Chirurg of topsporter. Voor veel kinderen zijn dat droombanen die ergens tussen brandweerman en astronaut liggen: groots en vaak onhaalbaar. Voor Europees kampioen langebaanschaatsen Jenning de Boo (21) waren beide opties echt een mogelijkheid. Het scheelde niet veel of hij had gekozen voor een carrière als arts.
Het had zomaar anders kunnen lopen, vertelt Jenning, die opgroeide in Groningen. Tot 2023 was hij succesvol in het shorttrack, met hoogtepunten als een deelname aan de jeugd Olympische Winterspelen en een podiumplek op het WK Junioren. Toch was hij toe aan iets nieuws. Het langebaanschaatsen lonkte. Het paste gezien zijn lengte zelfs wel beter, maar resultaten had hij nog niet op zak. En ook geen team waar hij met die ambities terecht kon. Stoppen met schaatsen leek daardoor een reële optie.
Ziekenhuizen
Die keuze kwam extra dichtbij toen hij werd toegelaten tot de studie geneeskunde. Plastisch chirurg worden, dat leek hem wel wat. “Misschien gek, maar ik hou heel erg van ziekenhuizen,” zegt Jenning lachend. Een half jaar lang probeerde hij zijn studie te combineren met schaatsen. “Alles was nieuw en leuk, maar het kostte bakken met energie. Ik merkte dat mijn prestaties op het ijs eronder leden. Na een gesprek met mijn coach wist ik dat ik een keuze moest maken. Het past ook eigenlijk niet bij mij om dingen half te doen. Ik ga liever ergens honderd procent voor.”
Positieve spiraal
Jenning koos voor het schaatsen. Het aanbod van Team Reggeborgh, dat hem een kans gaf als langebaanschaatser, was de start van een succesvolle nieuwe carrière. In korte tijd ontwikkelde hij zich tot een van de beste sprinters ter wereld. Hij werd in 2024 Nederlands kampioen op de 500 en 1000 meter en reed bij die laatste afstand de snelste ronde ooit in Thialf. Een week later won hij ook het EK afstanden met overmacht.
“Ik heb het nu enorm naar mijn zin,” zegt Jenning. “Ik zit in een leuk en professioneel team, en ik ben trots dat ik van mijn hobby mijn werk heb kunnen maken. Het gaat goed, en nu ik in een positieve spiraal zit, is er geen twijfel meer over mijn keuze.”
Intellectueel prikkelen
Toch merkt hij soms dat er iets ontbreekt naast het schaatsen. “Op een rustdag verveel ik me wel eens. Ik ben nog wel op zoek hoe ik me ook intellectueel kan blijven prikkelen. Het idee om iets naast mijn sport te doen, trekt me wel, maar ik weet ook dat die focus op schaatsen een belangrijke reden is dat ik nu zo presteer.”
En dus denkt hij nog wel eens aan de studie op de Rijksuniversiteit Groningen waar ze nog steeds een plek voor hem gereserveerd hebben. “Ik wil heel graag heel veel dingen, maar het kan gewoon niet allemaal tegelijk.” De kans dat hij na zijn schaatscarrière de studie alsnog zal oppakken, acht hij klein. “Zes jaar studeren, dan nog specialiseren. Dan ben ik tegen de vijftig voordat ik echt aan het werk kan. Dat is gewoon niet realistisch. Soms denk ik: jammer, want het was óók leuk geweest. Maar ik heb geen spijt.”
Jordan Stolz
Jennings' focus ligt nu volledig op winnen. “Dat is waar je het als sporter voor doet. Om de beste te zijn, moet je nu langs Jordan Stolz. Ik heb veel zin om het tegen hem om te nemen.” Nationale record’s, pr’s, bij de wereldbeker in Calgary, en eerder vorig jaar in Azië kwam Jenning gevaarlijk dichtbij, maar de Amerikaanse wereldkampioen bleek telkens net te sterk. “Hij heeft tot nu toe alles gewonnen, maar ik heb hem wel het vuur na aan de schenen kunnen leggen. Dat motiveert me alleen maar meer.”
Jonkie van de groep
Hoewel Jenning sinds zijn recente zeges merkt dat er meer aandacht voor hem is – hij mag aanschuiven bij talkshows en zijn volgers op social media zijn verdubbeld – blijft hij nuchter. “Het is leuk, maar het maakt me ook niet zoveel uit.” Ook binnen het team is zijn status niet veranderd. “Ik ben en blijf toch het jonkie van de groep. Daar veranderen die prestaties niets aan. En dat is prima. Ik train samen met jongens als Kjeld Nuis die drie gouden Olympische medailles en een wereldrecord heeft. Ik ben daar nog niet, maar wil er wel naar toe. Dat motiveert me enorm.”