Jill Bettonvil waarschuwt voor eetstoornissen: “Maak het bespreekbaar!”
Haar hele topsportcarrière was basketbalster Jill Bettonvil bezig met voeding. Tot ze zich realiseerde dat het eten voor haar een obsessie werd. Ze vertelt haar verhaal.
Jill Bettonvil waarschuwt voor eetstoornissen: “Maak het bespreekbaar!”
Haar hele topsportcarrière was basketbalster Jill Bettonvil bezig met voeding. Tot ze zich realiseerde dat het eten voor haar een obsessie werd. Ze vertelt haar verhaal.
“Op een gegeven moment woog ik nog 65 kilo. Voor een topsporter van 1 meter 88 is dat veel te licht.”
Aan het woord is Jill Bettonvil, basketbalster van TeamNL. Althans, tot voor kort. Een niet-gespecificeerde eetstoornis, zoals het officieel is vastgesteld, heeft haar gedwongen haar topsportcarrière op een lager pitje te zetten.
Als ze er nu op terugkijkt, is de 31-jarige Brabantse haar hele carrière bezig geweest met haar voeding. “Ik weet nog dat toen ik een zeventienjarig talent was, er maandelijks fysieke metingen werden gedaan”, vertelt ze. “Vetmetingen, gewicht en zo. Dat gebeurde zonder privacy. Je hoorde van iedereen de resultaten. Dan ga je jezelf toch vergelijken met anderen: oei, mijn vetpercentage is hoger, ik ben zwaarder, zie ik er wel goed uit? Dat maakte mij enorm onzeker.”
“Daarnaast ben ik Voeding en Diëtiek gaan studeren. Daar leer je wat gezond eten is. Dat pas je dan op jezelf toe. Tot op zekere hoogte is het geen probleem om daar bewust mee bezig te zijn. Maar in de loop der jaren heeft het geleid tot een bepaald gedrag rond eten dat niet meer gezond was.”
Compensatie
Jill was niet vies van lekker eten, maar ze vond dat dat dan wel moest worden gecompenseerd. “Ik was bang om aan te komen. At ik een dag iets meer dan normaal of wat ongezonds, dan moest ik van mezelf de volgende dag dit ergens compenseren. Waaruit bleek mijn compensatiegedrag? Minder eten door kleinere maaltijden te nemen en minder tussendoor te snacken en meer bewegen. Tijdens de coronaperiode was ik voortdurend bezig met mijn calorie-inname. Je kon minder bewegen, dus dan ging ik ook maar minder eten. Je zag het niet aan de buitenkant, maar in mijn hoofd was ik non-stop bezig met eten. Als iemand spontaan voorstelde om ergens te gaan eten, reageerde ik wel enthousiast, maar daarna vroeg ik me gelijk af of dat wel mocht. Ik sloeg daar heel erg in door.”
“Ik dacht dat één keer iets eten meteen effect zou hebben op mijn lichaam. Dat was een heel stomme gedachte die ik zelf ging geloven.”
Jill begon gewicht te verliezen. Woog ze aan het begin van haar carrière nog rond de 78 kilo, na verloop van tijd zat ze ruim onder de zeventig. “Ik mocht best wat afvallen, maar op een gegeven moment is het goed. Alleen wist ik niet wanneer het goed was. Ik werd heel onzeker over mezelf en wat ik aan het doen was. Mensen zeiden: ‘Jij hebt Voeding gestudeerd, dus jij weet het wel’. Maar ik wist het niet.”
“Ik werkte een tijdje als diëtist. Ik kon anderen enorm goed helpen, maar mezelf niet. Op een gegeven moment begeleidde ik mensen met overgewicht. Toen ging ik hun dieet volgen. Ik projecteerde het op mezelf. Minder calorieën, maar daarnaast wel keihard trainen. Er was een disbalans in alles wat ik deed.”
Aankomen is niet altijd makkelijk en helemaal niet als vrouw.
Prestaties
Omdat Jill haar gewichtsverlies geleidelijk ging, viel het in haar omgeving niet op. “Hooguit werd er soms een opmerking gemaakt of ik wel genoeg had gegeten of überhaupt wel genoeg at. Maar dan voelde ik me heel erg aangevallen, reageerde geprikkeld en zei dat ik genoeg had gegeten. Misschien dat anderen niet aan de bel trokken omdat de veranderingen niet zo drastisch waren. Ik viel niet in korte tijd heel veel af. Het is er heel langzaam ingeslopen. Ik ben altijd slank geweest en ik was bovendien diëtist. Dus ik begrijp wel dat men het niet zag.”
Het strenge eetregime dat ze zichzelf oplegde, had ook negatieve gevolgen voor haar prestaties. “Als ik er nu aan terugdenk, dan voelde ik me vaak niet sterk in het veld. Maar dat had ik toen niet door.”
Richting de Olympische Spelen in Tokio draaide Jill een fulltime programma met de nationale selectie. “Vanuit de begeleiding werd gezegd dat ik wat moest aankomen. Daar was ik het wel mee eens, maar ik vond het heel moeilijk om dat voor elkaar te krijgen. Ik had toen ook niet door dat ik een eetprobleem had. Ik had er moeite mee om ineens een stuk meer te gaan eten.”
“Aankomen is niet altijd makkelijk en helemaal niet als vrouw. Het is belangrijk dat hier ook gekeken wordt naar het gevoel en gedrag van deze vrouwen.”
Controle
Compenseren, plannen, stress, angst; achteraf kun je zeggen dat er genoeg signalen waren. Jill: “Als er een keer voor mij werd gekookt, dan vond ik dat heel lastig: hoe is het bereid, is het wel gezond, welke ingrediënten zitten erin? Dat zorgde al voor stress. Je wilt alles onder controle hebben. Het is supervermoeiend om bijna non-stop met je eten bezig te zijn. Mentaal gezien zat het flink in de weg.”
“En als je dan te licht bent, helpt dat fysiek ook niet mee. Ik sliep niet goed en heb acht maanden niet gemenstrueerd. Ik maakte me daar wel zorgen over, maar de gynaecoloog zag geen probleem. Hij zei: ‘Je sport heel veel, je hebt een laag vetpercentage en veel stress’. Maar het is natuurlijk niet gezond. Je menstruatie is iets wat bij moeder natuur hoort.”
Nadat de 3x3 basketbalsters kwalificatie voor de Olympische Spelen hadden misgelopen, tekende Jill een profcontract in België. “Daar woonde ik alleen. Ik vond het heel lastig om te bepalen wat ik moest eten. Iedereen deed dat voor zichzelf. Ik was alleen maar bezig met plannen, plannen, plannen. Wat eet ik en wanneer? Als je met iemand samenwoont heb je een gezamenlijk ritme, maar ik kon die keuzes voor mezelf niet meer maken. Ik trok het gewoon niet meer.”
Omslagpunt
“Ik realiseerde dat het niet goed met me ging en dat ik dat met niemand kon bespreken. Toen vielen de puzzelstukjes in elkaar. Ik zag dat ik daardoor ook minder ging spelen. Ik schaamde me ervoor. Waarom heb ik het zover laten komen? Dat was eigenlijk het omslagpunt. Ik ging over eetstoornissen lezen en ervaringsverhalen luisteren in een podcast. Daarin hoorde ik mezelf precies terug. Dat wilde ik helemaal niet. Dat realisatiemoment was best wel emotioneel. Ik moest hulp zoeken.”
Ze vertelde het haar zus en haar partner, wat werkte als een stok achter de deur. Via haar huisarts kwam ze in contact met Co-eur in Vught, waar mensen met eetproblemen worden behandeld. Jill: “Zij hebben me geholpen weer een standaard eetpatroon te krijgen. Ik moest mijn gevoelens opschrijven, artikelen lezen en twee keer per week had ik een gesprek. Uiteindelijk hielp dat om de basis terug in mijn systeem te krijgen. Maar alles bij elkaar heeft dat misschien wel een jaar geduurd. Ik heb mezelf op nummer 1 gezet en een jaar geen basketbal meer gespeeld.”
Praat erover
Jill woont en werkt momenteel in Brussel en speelt af en toe weer wedstrijden bij EBBC uit Den Bosch, dat uitkomt in de promotiedivisie. Of ze nog terugkeert op het hoogste niveau laat ze in het midden. “Ik ben nooit definitief gestopt, maar ik weet ook niet of ik het nog zou willen. Ik wil het niet halfbakken doen. Alleen voluit. Aan de andere kant wil ik ook niet op zo’n manier mijn basketbalcarrière beëindigen.”
Inmiddels kan ze weer genieten van eten, ook al is het soms minder gezond of teveel. “Dan heb ik daar vrede mee”, zegt ze. “Het gaat nu heel goed. Ik kan het bijna niet geloven dat ik er vanaf ben en niet meer zo obsessief met voeding bezig ben. In het begin was ik nog wel bang voor een terugval, maar nu niet meer. Ik voel me veel sterker, ik heb meer energie en ik slaap beter. Ik sta als een ander mens op het veld en in het dagelijks leven. Daarom durf ik nu ook naar buiten te komen met mijn verhaal.”
Want Jill hoopt dat andere sporters niet in dezelfde valkuil lopen. “Er wordt weinig over eetproblemen gesproken. Het is ook moeilijk om er een label op te plakken. Bij mij was het dat compensatiegedrag, maar het kan ook iets anders zijn. Het is heel persoonlijk. Je ziet dat mensen heel erg bezig zijn met voeding en daarin doorslaan. Dan denk ik: pas alsjeblieft op. Waar ik doorheen ben gegaan gun ik niemand. Behalve dat het ten koste ging van mijn prestaties op het veld, heb ik stressvolle jaren gehad en daardoor weinig genoten van het leven dat ik leidde. Als iets in je hoofd zo aanwezig is, is het niet goed voor je eigen geluk.”
“Het is niet zo dat je van de ene op de andere dag een eetstoornis hebt. Het is een glijdende schaal. Daarom kon ik het van mezelf eerst ook nauwelijks geloven. Maar de acceptie dat je een eetprobleem hebt is wel heel belangrijk, want anders kun je ook geen hulp krijgen. Het gaat van kwaad tot erger. Dus wacht niet tot het te erg is. Praat erover. Zoek een vertrouwenspersoon. Maak het bespreekbaar!”
Optimaal eetgedrag en eetstoornissen – wat doet NOC*NSF?
NOC*NSF wil optimale sportomstandigheden creëren voor iedereen. Het algeheel welbevinden, de mentale en fysieke gezondheid en de veiligheid van alle sporters is daarbij essentieel.
Voor het onderwerp ‘optimaal eetgedrag en eetstoornissen’ hebben diverse TeamNL Experts samengewerkt, om richtlijnen, beleidsdocumenten en educatieve middelen voor sporters, coaches, stafleden, clinici en sportbonden te ontwikkelen.
Gerelateerde sporters
Gerelateerde teams
Gerelateerde artikelen
Toon alle artikelen-
Hoe kunnen de 3x3 basketbalteams zich plaatsen voor de Spelen?
De Nederlandse mannen en vrouwen van het 3x3 basketbal zijn geplaatst voor verschillende kwalificatietoernooien voor de Olympische Spelen in Parijs.…
Lees artikel -
#FitMetTeamNL - naanbrood en kruidkoek
Wij willen Nederland inspireren, ook in deze onwerkelijke periode. Onze sporters laten je graag zien hoe je gemakkelijk lekker en…
Lees artikel -
Jill Bettonvil over basketbal en hemelse kwarkbroodjes
Topsport en lekker eten. Gaat dat wel samen? Volgens Jill Bettonvil wel. In de week dat het EK 3x3 basketbal…
Lees artikel