Waarom Jan Groenendijk als morele winnaar terugkwam van het WK in Ivoorkust
Waarom Jan Groenendijk als morele winnaar terugkwam van het WK in Ivoorkust
Met een vierde plaats was Jan Groenendijk vorige maand onze beste dammer op het WK in Ivoorkust. Een prestatie die tot stand kwam onder – op z’n zachtst gezegd – bijzondere omstandigheden.
“Als je daar met een taxi ergens naartoe rijdt, zie je overal langs de weg mensen dammen. Dat is echt schitterend om te zien. Heel temperamentvol. Ze kunnen echt boos worden, met veel armgebaren. Terwijl ik zou denken: ach, een potje dammen op straat… Sommige mensen leven er gewoon van, van dammen op straat. En het is ook echt van een hoog niveau: de Afrikaans kampioen van een paar jaar geleden was gewoon een straatdammer. Die won van een paar grootmeesters.” Jan Groenendijk vertelt over de liefde die men in Afrika heeft voor de damsport. De 21-jarige Wageninger is net terug uit Ivoorkust, waar hij meedeed aan het wereldkampioenschap.
Jan Groenendijk tegen de Ivoriaan Atse (foto: WChp2019)
Studie en topsport
Twintig van de beste dammers ter wereld namen het in september en oktober het tegen elkaar op in Yamoussoukro, de hoofdstad van Ivoorkust. Het West-Afrikaanse land mocht het evenement organiseren omdat de werelddambond FMJD de sport wereldwijd wil promoten en vanwege de populariteit van de sport op het continent. TeamNL was met drie spelers vertegenwoordigd. Martijn van IJzendoorn en Jitse Slump hadden via het EK een plaatsbewijs bemachtigd. Titelverdediger Roel Boomstra liet vanwege zijn studie verstek gaan. Zijn plaats werd ingenomen door Jan Groenendijk.
Jan is vierdejaars student natuur- en sterrenkunde, maar koos voor het WK. “De combinatie studie en topsport is soms wel moeilijk. Ik heb heel september het WK gehad. In de voorbereiding moest ik me daar op focussen dus kon ik ook niets aan mijn studie doen. En na het WK was ik uitgeput. Ik had drie weken in opperste spanning en concentratie geleefd, negentien partijen in negentien dagen. Eind oktober waren de eerste tentamens van het eerste kwartaal. Ik had me er al bij neergelegd dat ik die niet ging halen.”
Dat zijn studie door het dammen wat vertraging oploopt vindt Jan niet zo’n ramp. “Het ergste vind ik het als ik de stof niet genoeg beheers. Met een 6 of een 7 ben ik niet tevreden. Ik wil het echt begrijpen.”
De jonge grootmeester ziet een parallel met het dammen: “Als ik een partij heb gewonnen ben ik tevreden, maar als het een rotpartij was ben ik ook wel kritisch op mezelf. Dat gebeurde ook op het WK. Ik speelde remise en dacht dat ik een goede partij had gespeeld. Maar na afloop wees mijn coach me op een variant die kans had gegeven op winst. Ik geloof niet dat ik die avond nog een woord heb gezegd. De volgende dag ben ik het dan wel weer kwijt hoor. Het helpt om erover te praten, om even leeg te lopen. Dan app ik hele verhalen naar mijn moeder en ben ik het kwijt. Dat moet ook wel, want de volgende dag moet je weer een volgende partij spelen.”
Jeugdgevangenis
De Nederlandse delegatie reisde met gemengde gevoelens af naar Ivoorkust. In mei van dit jaar was er een wereldbekerwedstrijd in Abidjan, de grootste stad van het land. Maar de organisatie liet nogal te wensen over. Jan, die het toernooi won, kan er nu om glimlachen: “Er was niet eens een speelzaal”, vertelt hij. “Stonden we daar met honderd deelnemers. Je kunt moeilijk op de straat spelen. Dus dat moest toen nog geregeld worden. Een dag later dan gepland kon het toernooi pas beginnen. Ons verblijf leek wel een jeugdgevangenis: er waren geen handdoeken, geen toiletpapier. Martijn en ik deelden samen een kamer, maar we hadden maar één matras. Op een gegeven moment hebben we gezegd dat we niet mee zouden doen als we daar moesten slapen. Toen werd het geregeld.”
Jan Groenendijk tegen de Rus Alexei Tsjizjov (foto: WChp 2019)
Gesloten deur
Tijdens het WK was de huisvesting tot opluchting van de deelnemers wel in orde. De dammers verbleven in een luxueus resort, waar ook de wedstrijden werden gespeeld. “Het hotel had een zwembad, de kamers waren groot en schoon,” vertelt Groenendijk. “Dat was prima in orde.”
Maar dat was de buitenkant. Tussen de accommodatie en de organisatie van het WK sluimerde een conflict, dat halverwege het toernooi aan de oppervlakte kwam. En de dammers werden daarvan de dupe. Zo stonden de deelnemers ‘s ochtends ineens voor een dichte deur. “De organisatie had nog niets betaald”, weet Groenendijk. “De directeur van het hotel kwam verhaal halen en hield de deur van de speelzaal gesloten tot er betaald was. We konden dus niet spelen. Uiteindelijk kwam er een brief van het ministerie van Sport, met de toezegging dat er betaald zou worden. Met een uur vertraging kon de volgende speelronde beginnen.”
Zwaarbewapende politieagenten
Maar daarmee was de kou niet uit de lucht. Na de sluitingsceremonie was er nog steeds niets betaald en werd de sfeer onvriendelijker. “Toen kregen we het bericht dat niemand van de deelnemers het hotel meer uit mocht,” vervolgt Groenendijk. “Ja, feitelijk is dat een gijzeling. Er stonden zwaarbewapende politieagenten voor de deur. Dat zag er wel grimmig uit. Wij vlogen de volgende dag naar huis en gelukkig was het probleem toen opgelost. Maar er waren ook mensen die diezelfde dag vlogen en die hierdoor hun vlucht hebben gemist. Allemaal omdat de directeur van het hotel die brief van het ministerie niet geloofde.”
“Dammen in Afrika is ontzettend groot, maar het was misschien niet zo’n goed idee om het WK in Ivoorkust te organiseren”, meent Jan. Hij vindt de gebeurtenissen een sterk verhaal om op verjaardagen te vertellen, maar liever kijkt hij terug op zijn sportieve prestaties. De Nederlander verloor geen partij en werd vierde. “Ik kwam naar het WK om wereldkampioen te worden. Dat is niet gelukt, maar ik vind dat ik goed heb gespeeld. Tot halverwege het toernooi stond ik bovenaan. Tegen Russische grootmeesters had ik vaak het betere van het spel. Dat hoorde ik ook van anderen. Ook de latere winnaar, de Rus Georgiev, heb ik het heel moeilijk gemaakt. Dus ik voel me wel een morele winnaar.”