De eerste finale van de World Games ooit spelen. Ga er maar aan staan. Last van spanning leek Taiwan echter niet te hebben. Chuan Ying Yen zorgde met de eerste poging van het duel meteen voor de openingstreffer, de 0-1, maar Nick Pikaar en Suzanne Struik deden hetzelfde. Na drie schoten was de eerste voorsprong voor Oranje daarom dan ook een feit.
Een voorsprong van Oranje zou de hele wedstrijd op het scorebord blijven staan. Onder aanvoering van een aanvallend uitstekende Nick Pikaar liep Oranje via 7-3 in het eerste kwart uit naar 11-6. De Aziaten gaven weliswaar de nodige druk, maar met name de mannen van Oranje speelden zich daar goed onderuit. Zij maakten voor de pauze twaalf van de dertien goals.
De Oranjedames beperkten zich tot het zeer strak verdedigen van de vrouwen van Taiwan, die tot dusver het grootste wapen vormden in het toernooi. Chu Shu-Ping, een uitstekende speelster, kwam bijvoorbeeld amper in het hoofdstuk voor. De vrije kansen en vrije ballen die ze kreeg, benutte ze zelfs niet. Toch een klein beetje plankenkoorts? Ongetwijfeld had het ook te maken met de enorme druk die het Nederlands team collectief gaf. Die druk leverde een onderschepping in de laatste aanval van Taiwan voor de rust op. De bal ging nog naar de andere kant, waar Mick Snel voor 13-7 tekende in de buzzer. Geen 12-8, maar 13-7 in de rust. Een groot verschil, dat Nederland extra lucht bezorgde. Achteraf een breekpunt in het duel.
De verdedigende druk en de overmacht in rebound was dinsdagavond het verschil tussen Oranje en de geelhemden. Hoewel Chen-Yu meteen na de rust een wondertreffer maakte, werd het verschil niet kleiner. Integendeel zelfs. Twee goals van Laurens Leeuwenhoek, ook hij speelde een geweldige finale, deden de eindstrijd zo halverwege het derde kwart beslissen: 16-8. Het aantal fouten bij Taiwan nam toe, het aantal hoogstandjes bij Oranje idem dito. De doorloper waarmee Richard Kunst voor 17-8 tekende, was ook van grote schoonheid.
Waar Taiwan steeds minder goed ging passen en minder goed ging afronden, was het bij Oranje bij tijd en wijle meer dan uitstekend. Met name de heren zorgden voor het aanvallende spektakel dat bondsoach Scholtmeijer zo graag wil zien en ook beloofde. Ook de vroege wissels, Harjan Visscher, Erwin Zwart, Esther Cordus en Nadhie den Dunnen, deelden mee in het feestje en lieten zich positief zien. Oanje deed wat het had beloofd.
En Taiwan? In het derde kwart zakten ze ver weg, maar daarna toonden ze weer enig herstel. Voor een eerste World Games-finale was het helemaal nog niet zo gek. Als ze op cruciale momenten het iets beter en slimmer hadden aangepakt, hadden ze dichterbij Oranje kunnen blijven. Dat lukte niet. Maar deze ervaring in de finale zal ze sterker maken. Hoe vaker ze finales gaan spelen tegen Nederland, hoe meer ze zullen wennen aan de enorme druk van Oranje. En wie weet kunnen ze over een aantal jaar niet alleen de finale halen, maar die ook winnen. Finales moet je immers een keer gespeeld hebben voor je ze kunt winnen.