Het team is fit en gezond, zegt Faber. De aanloop naar de Spelen begon al zo’n zes weken geleden met een trainingskamp in Eindhoven, gevolgd door twee weken in het Portugese Rio Maior en op 29 augustus kwam de ploeg aan in Brazilië. “Iedereen is sterk uit de voorbereiding gekomen en is fit. Het kriebelt, de spanning komt erin. Goede spanning, het begint te broeien. Het hele team heeft het gevoel: laten we maar beginnen. Wat dat betreft wordt morgen overleven. Het kan voor ons niet snel genoeg donderdag te zijn.”

De zwemploeg telt in Rio meer debutanten dan vier jaar geleden. “Je merkt een duidelijk verschil tussen de ervaren krachten en de jonkies”, zegt Faber. “Die zijn wat meer onder de indruk van de grootte van het evenement. Zo’n paralympisch dorp, met die enorme eetzaal, kun je niet voorstellen als je thuis zit. Daarom waren we hier ook vroeg. Op de eerste dag, nadat we de koffers neer hadden gezet, zijn we meteen naar het Estádio Aquático, het zwemstadion, gegaan. We hadden het hele bad twee uur voor onszelf. Dat was een prima moment om te wennen. Sinds gisteren is het wennen voorbij en zit de focus echt op het zwemmen.”

Goede start
Op de eerste zwemdag, komende donderdag, komt er al een flink aantal medaillekandidaten in actie. Faber: “Het is altijd fijn om een toernooi goed te starten. Dat geeft voor het hele team een goed gevoel, waardoor sommige zwemmers nét iets extra kunnen. We hebben die eerste dag een mooie line-up met een aantal killers aan de start. Het kan wel eens de dikste dag van het toernooi worden; al zijn er iedere dag wel kansen op een medaille. We zijn er klaar voor, hebben er alles aan gedaan en laat het maar beginnen.”

Bekijk hier het programma voor de zwemploeg.