Cheer!
Theo Bos ziet na de teleurstellende teamsprint van donderdag kans om dinsdag op de keirin toch nog een olympische medaille te veroveren.
"Op de keirin kan van alles gebeuren, dus een medaille moet kunnen. Daar heb ik alle vertrouwen in", aldus Bos, die zaterdag eerst nog in actie komt op de sprint. Op dat onderdeel lijkt hij minder kans te maken op een plak.
"Maar het is wel lekker om in die sprint even wat snelheid te pakken. Ik ga knallen en dan hoop ik een paar van die gasten het toernooi uit te rijden. Al mijn tegenstanders gaan sowieso met zere benen van de baan af."
Ondanks dat de 32-jarige Bos mogelijkheden ziet op de keirin, trainde hij in de aanloop naar de Spelen in Rio de Janeiro weinig op dat onderdeel. "Ik heb bewust niet aan de keirin gedacht, ook in mijn trainingen niet. Naar de andere teamsprinters toe wilde ik daar niet mee bezig zijn."
"Ik wilde hun vertrouwen en dus geen dubbele agenda. Het doel was olympisch kampioen worden op de teamsprint. Ik wilde het maximale eruit halen, maar dat is dus niet gelukt."
Beulen
Met Matthijs Büchli, Nils van 't Hoenderdaal en Jeffrey Hoogland kwam Bos op die teamsprint niet verder dan de zesde plaats. "En dat terwijl het mijn grootste kans was op een medaille", vindt Bos. "Als je met vier van die beulen bent, dan moet je gewoon meedoen om een plak."
Waarom het niet lukte vindt Bos, die in 2004 in Athene zilver pakte op de sprint, moeilijk te begrijpen. "In trainingen reden we echt goed. Ik wist dat Nieuw-Zeeland en Groot-Brittannië moeilijk te kloppen waren, maar toen ben ik gaan rekenen en wist ik dat we met een iets mindere race zouden strijden om brons."
"En als we boven onszelf uit zouden stijgen was goud mogelijk. Maar we reden juist minder. Ik kan niet verklaren hoe dat kan."