Cheer!
RIO DE JANEIRO - Na acht jaar is Theo Bos terug op de Olympische Spelen. Terugdenken aan zijn laatste optreden in Peking in 2008 doet de baanwielrenner liever niet. "Peking heb ik volledig geblokkeerd, daar weet ik niets meer van'', zei de 32-jarige Bos donderdag na de training met de Nederlandse teamsprinters in de Rio Olympic Velodrome.
Bos stelde in China zwaar teleur, onder meer met een zevende plaats op de sprint. Vier jaar eerder had hij bij de Spelen in Athene op dat onderdeel nog zilver gewonnen. "Als ik aan de Spelen terugdenk, dan denk ik aan Athene'', aldus de renner, die in 2009 besloot over te stappen van het baanwielrennen naar het wielrennen op de weg.
Grote prestaties bleven uit. In december vorig jaar maakte Bos daarom op de NK zijn rentree op de baan. In juli plaatste hij zich, ten koste van Hugo Haak, voor de teamsprint, waar verder Jeffrey Hoogland, Matthijs Büchli en Nils van 't Hoenderdaal deel van uitmaken.Toen Bos het stadion binnenstapte, maakte dat wel wat bij hem los. "Het was een spannend jaar. Ik ben de strijd aangegaan en heb het gelukkig gehaald. De Spelen van Londen heb ik gemist, maar het is supermooi en wel speciaal dat ik hier nu weer sta. En ik denk dat we gelijk een mooie kans op een medaille hebben.''
De omstandigheden in Rio de Janeiro zijn naar de mening van Bos niet heel anders dan bij de vorige twee Spelen waar hij aan meedeed. Daarover zegt de geboren Hierdenaar: ,,Een olympisch dorp is een olympisch dorp. Alleen zit er nu een Braziliaans tintje aan, zoals er in Peking een Chinees tintje zichtbaar was. Het grote verschil met acht jaar geleden is dat de baanrenners nu sneller gaan dan toen. De Britten zijn sterk en hebben grote plannen, maar wij zijn ook in vorm.''