Cheer!
Epke Zonderland heeft zijn olympisch testevent in Rio afgesloten met een gouden medaille in de rekstokfinale. Zonderland, die zich eerder met het Nederlands team plaatste voor de Olympische Spelen, keerde daarmee succesvol terug in de internationale turnarena na een periode die gedomineerd werd door fysieke malheur.
“Dit voelt wel heel erg lekker”, zegt Zonderland na de finale waarin hij afrekende met de Duitser Andreas Bretschneider en John Orozco uit de VS. “Opluchting, blijdschap, een heel relaxed gevoel. Ik had niet verwacht dat het zo soepel zou gaan vandaag.”
Met name de strijd met Bretschneider, de man die het moeilijkste rekstokelement op zijn naam heeft staan en dat ook weer in Rio liet zien, inspireerde Zonderland. “Ik dacht dat de strijd iets te vroeg zou komen en heb nu een oefening gedaan waar ik helemaal niet op had getraind. Maar dat was misschien ook wel fijn. Er zat geen druk op. Ik had de kans dit als een trainingswedstrijd te gebruiken en mijn oefening uit te breiden met in ieder geval een combi.”
De keuze van Zonderland pakte goed uit. Voor het eerst sinds lange tijd toonde hij de combinatie van twee vluchtelementen op rij (Kovacs-Kolman). Het voelde als een doorbraak. “Maar de grootste winst is misschien nog wel dat ik mijn oefening goed doorkom. Mijn uitvoeringsscore is een van de hoogste van de laatste jaren. Ik ben er erg blij mee dat dat nu al lukt.”
Want Zonderland kampte de afgelopen maanden met veel tegenslag. Een hersenschudding in de aanloop naar een mislukt WK in Glasgow, gevolgd door een operatie aan de bijholtes, die een lange nasleep kende met nog eens twee ingrepen.
Vlak voor het olympisch testevent twijfelde Zonderland openlijk of deelname aan het voor de Nederlandse turnploeg cruciale toernooi wel zin had. De beslissing om mee te doen pakte verrassend goed uit.