"Tegen Italië moet je altijd twee keer zo hard werken'', brieste Sabrina van der Sloot, uitblinkster bij Oranje in het spijkerharde duel met de Italiaansen. "Je speelt namelijk tegen zeven speelsters én twee scheidsrechters, dat is heel zwaar.''

Steeds als ze tegen Italië spelen, hebben de speelsters van Oranje het idee dat ook de arbitrage op de badrand tegen hen is. Volgens Van der Sloot is het een aloude wet in de waterpolowereld.

"Het gaat altijd zo als we tegen Italië of Griekenland spelen. Zij hebben een paar mensen hoog in de mondiale zwemfederatie FINA en de Europese bond LEN zitten. Dat merk je gewoon en dat is heel frustrerend."

Van der Sloot wees na het intense gevecht in Gouda fijntjes op de foutenlast. Achttien keer werd een Nederlandse bestraft, de Italiaansen 'slechts' tien keer.

"Dat weet je van tevoren en je probeert je erop voor te bereiden, maar het is heel zwaar. Als je geen kans krijgt om aan te vallen, wordt het heel lastig. Steeds hadden zij iemand meer, dan is het overleven. We hebben voor elk doelpunt hard moeten vechten.''

Eerste plaats

Na twee remises lijkt de eerste plaats in de groep uit zicht. En dus dreigt de ploeg van bondscoach Arno Havenga zaterdag in de cruciale kwartfinale op een sterke opponent uit de andere poule te stuiten.

"We hebben het niet meer in eigen hand'', erkent Van der Sloot. "Maar de afgelopen vier jaar hebben we ons voorbereid op een wedstrijd als zaterdag. We moeten niet bang zijn en het gewoon doen.''

Havenga was blij met de vechtlust die zijn equipe in de slotfase toonde. "Het vlammetje in de ploeg is weer ontstoken. We waren allemaal doodziek van die domper tegen Rusland, maar we hebben ons sterk hersteld.''

"We schieten hier niet veel mee op, de eerste plaats in de poule is bijna niet meer mogelijk'', aldus Havenga, die al rekening houdt met een zware tegenstander in de kwartfinale. "Maar als we dit niveau dan weer laten zien, is alles mogelijk. Ongeacht wie de tegenstander is.''