Functionele cookies: Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren en analytische cookies waarmee wij het gebruik van de website kunnen meten. Deze cookies gebruiken geen persoonsgegevens.


Ik wil gepersonaliseerde informatie: Hiermee ontvang je gepersonaliseerde informatie op onze website die wordt afgestemd op je internetgedrag. Ook kunnen we nieuwsbrieven beter afstemmen op jouw voorkeuren.


Eén momentje voor een bewuste keuze…

Ga voor meer informatie naar onze cookieverklaring en privacyverklaring.

Vooruitblik 2016: Hoogland baant zich weg naar Rio

Vooruitblik 2016: Hoogland baant zich weg naar Rio

RoadToRio

Cheer!

In de eerste week van 2016 kijken vijf Nederlandse topsporters vooruit naar komend jaar. Vandaag: baanwielrenner Jeffrey Hoogland. "De rentree van Theo Bos? Aan ons om ervoor te zorgen dat hij Rio niet haalt."

Deel dit artikel op social media

Welkom in 2016. Een jaar waarin de Nederlandse wielrenners minimaal zes medailles gaan halen op de Olympische Spelen. Althans, dat is de doelstelling van de nationale wielerbond KNWU.

Eén van de sporters die voor succes moeten zorgen is Jeffrey Hoogland. Voor wie hem nog niet kent: een 22-jarige krachtpatser uit Overijssel die in oktober haast uit het niets de Europese elite verraste met driemaal goud op de EK baanwielrennen. Dezelfde Hoogland die denkt aan nog groter succes in Rio. "Waarom niet? Als topsporter ga je altijd voor het hoogst haalbare."

Maar wie is deze man en hoe denkt hij in augustus twee medailles te gaan halen?

Een nuchtere jongen met aangeboren talent. Zo omschrijft hij zichzelf. Opgegroeid in Nijverdal, in een gezin waarin motorcrossen altijd centraal stond. "Voor mij en mijn broers was BMX echter alles. Al vanaf mijn derde."

Hij kon zijn geluk dan ook niet op toen hij in 2008 hoorde dat BMX een olympische sport zou worden. "Ik dacht: vet, daar wil ik heen." Baanwielrennen? Daar keek hij nooit naar om. Vond het maar saai.

'Ik werd te lomp voor de crossfiets'

Hij zette met zijn BMX-fietsje alles op de Spelen van Londen. "Maar de overstap naar de top lukte niet. Ik kwam in een mentale dip, het ging bergafwaarts." Op dat moment had René Wolff, bondscoach van de baanrenners, hem al in de smiezen. "Hij zag dat ik als BMX'er best sterk was, maar dat ik mijn kracht niet kwijt kon. Hij had achteraf wel gelijk. Ik werd een beetje te lomp voor mijn crossfiets. Hij vroeg of ik het eens op de baan wilde proberen."

Zijn eerste ervaring, de Nederlandse kampioenschappen eind 2011, was geen prettige."Je doet maar wat. Je weet niet precies hoe je moet fietsen, wat de lijnen betekenen. Je komt er bijvoorbeeld achter dat de kilometer een hels onderdeel is dat je nooit meer wilt doen. De sprint? Ik kwam uit tegen Roy van den Berg, die me tegen de boarding aan liet fietsen, met me deed wat hij wou. Ik was echt een pannenkoek."

Nauwelijks vier jaar later is hij drievoudig Europees kampioen. Op het onderdeel sprint en zelfs op die gehate tijdrit. En hij haalt snelheden van dicht tegen de tachtig kilometer per uur op de vliegende start. Maar 'leuk' is een omschrijving die hij zijn huidige sport nog altijd niet meegeeft. "Je groeit erin. Ik vond het eerst een saaie sport. Alleen maar rondjes rijden."

Voor het nieuwe jaar heeft Hoogland twee grote doelen: de wereldkampioenschappen in maart en de Spelen in augustus. In de aanloop naar die toernooien wil hij vooral aan zijn fysiek werken. Hij wil nog sterker worden. "Ik moet nog groeien. Meer discipline vragen van mezelf in trainingen. Want ik geloof dat ik nog zeker sterker kan worden. En dat moet ook. Waarom? Op de WK in februari werd ik vierde en niet eerste."

Hoogland kampt momenteel met een apart verschijnsel: hij haalt in wedstrijden hogere waardes dan in trainingen. "Tijdens een wedstrijd haal ik er meer uit dan erin zit. Dan haal ik waardes die ik in trainingen niet eens kan nabootsen. Wedstrijden geven me zo'n ultieme boost." Dat lijkt op zich geen nadeel. "Maar het is wel een verbeterpunt voor 2016. Om ook in trainingen dat punt op te zoeken."

Kramp

Hoogland gaat tijdens sprinttoernooien soms zo ver dat hij helemaal verkrampt. Vlak voor de eerste finalerit op de EK moest hij letterlijk opgetild worden. Was hij zo verkrampt dat hij niet meer uit zichzelf kon opstaan. "Je zag de spier in mijn bovenbeen helemaal bol worden, opzetten. Hij liet niet meer los. Of ik dan te ver ben gegaan? In zo'n wedstrijd kun je niet te ver gaan. Je geeft alles. Dat moet je ook doen."

Zijn inzet typeert hem. Hij heeft een doel en daar wil hij naar toewerken. Maar...eind december was daar plotseling Theo Bos met zijn rentree. De vijfvoudig wereldkampioen van weleer aast op een olympisch ticket op de teamsprint, in de succesvolle ploeg van Hoogland, Nils van 't Hoenderdaal en Hugo Haak.

"Mijn eerste reactie? Ik vind het mooi dat hij het probeert. Dat geldt ook voor Roy van den Berg. Ik ben heel benieuwd hoe ze het gaan doen."

Maar Hoogland zegt ook dit: "Het is eigenlijk aan ons om ervoor te zorgen dat ze het team niet halen. We moeten ze voorblijven. Ik begrijp hun doel, maar uiteindelijk moet het beste team er staan. En wij zijn al heel ver."

'Ben bang dat er een testmoment zal komen'

Hoogland begrijpt wel dat Bos ervoor gaat. Maar de 32-jarige wegrenner moet zich eerst nog bewijzen tijdens wereldbekerwedstrijden. "Ik denk dat wij gewoon met zijn vieren (aangevuld met Matthijs Büchli, red.) blijven trainen voor de WK in maart. En ik ben bang dat er ergens in de aanloop naar de Spelen wel een testmoment zal komen."

Een nieuw testmoment kan Hoogland eigenlijk gestolen worden. "Ja. We zijn namelijk heel erg bezig met piekmomenten in een jaar. Een testmoment is in feite een weggegooid piekmoment, want je wil het liefste pieken op de WK en de Spelen. In dat opzicht is het een nadeel dat die twee erbij zijn gekomen."

De vraag is of de nieuwe ontwikkelingen succes in de weg zullen staan. Het doel van Hoogland blijft hetzelfde: goud in Rio.

Deel dit artikel op social media

Je vraag wordt verwerkt. Een momentje geduld..

Moedig Jeffrey aan!