Cheer!
Maret Balkestein-Grothues vindt dat de volleybalsters voor de eerste plaats moeten gaan op het Olympisch Kwalificatietoernooi (OKT) dat begin januari in Turkije wordt gehouden.
"We weten dat het erin zit en dat we het kunnen, dus we gaan voor de eerste plaats. Het zal alleen echt niet makkelijk zijn", zegt de 27-jarige Almelose tegen NU.nl.
Balkestein-Grothues had niet verwacht dat Oranje, de nummer twee van het EK van dit jaar in eigen land, er zo goed voor zou staan. "We zijn nu een week in training en ik ben positief verrast door het niveau dat we laten zien. We kunnen met vertrouwen naar het toernooi toe."
De volleybalsters maken zich op voor een zwaar OKT. Om zich rechtstreeks voor de Olympische Spelen in Rio te plaatsen, moeten ze het toernooi in het Turkse Ankara winnen.
In de poulefase treft Nederland met Turkije, Duitsland en Kroatië de nummer vier, vijf en negen van Europa.
Heksenketel
De aanvoerster kijkt vooral uit naar de tweede groepswedstrijd, waarin Oranje het woensdag opneemt tegen het gastland.
"Dat wordt waarschijnlijk een heksenketel, maar voor een sporter is dat alleen maar mooi om mee te maken. Toen we dit jaar in Rotterdam onze EK-wedstrijden speelden, waren er 10.000 supporters aanwezig. Ik reken erop dat net zoveel Turken hun eigen land komen aanmoedigen."
Mocht Oranje een tweede of derde plaats behalen, dan zou de ploeg van bondscoach Giovanni Guidetti via een ander OKT dat half mei in Azië wordt gehouden alsnog een ticket naar Rio kunnen bemachtigen.
Balkestein-Grothues benadrukt dat een dergelijk traject niet haar voorkeur geniet. "Zo’n toernooi met de Spelen in aantocht is weer een extra belasting. Je hebt dan eerst het OKT in Azië, dan de Grand Prix in Thailand en daarna nog Rio, waar we willen schitteren. Daar doen we het voor."
Spelen
Mochten de volleybalsters zich na twintig jaar weer eens plaatsen voor de Spelen, dan willen ze meteen meedoen om de prijzen.
"Als we daar eenmaal staan gaan we ook voor een medaille en niet voor 'Meedoen is belangrijker dan winnen'. Dat past niet in ons straatje", aldus Balkestein-Grothues.